Rhône
Inleiding
Tussen Vienne en Avignon strekt de appellation Côtes du Rhône zich aan weerszijden van de Rhône uit over 250 gemeenten en 6 departementen: Loire, Rhône, Ardèche, Drôme, Vaucluse en Gard.
De wijnbouw neemt gestaag uitbreiding, en heeft zich ontwikkeld ten koste van traditionele teelten zoals olijven en fruitbomen.
Het huidige succes van de wijngaarden van de Côtes du Rhône is toe te schrijven aan de productie van een erkende kwaliteit, die vereenzelvigd wordt met een landstreek dankzij het begrip AOC Côtes du Rhône, dat ingesteld werd in 1937.
De beheersing van de oogstopbrengst, op een peil dat tot de laagste in Frankrijk behoort, heeft een voortdurende verbetering van de kwaliteit mogelijk gemaakt.
De Rhônestreek wordt meestal opgedeeld in de noordelijke en het zuidelijke gedeelte. De wijnen uit het noordelijke gedeelte, waar de syrah druif de plak zwaait, verschillen dan ook veel met deze uit het zuidelijke deel, waar de grenache noir de belangrijkste druif is.
Geschiedenis
De geschiedenis van de wijnbouw langs de Rhône tussen Vienne en Avignon gaat meer dan tweeduizend jaar terug. Het dal van de Rhône is van oudsher een uitstekende verbindingsroute, die de wijnbouw in deze streek waarborgt en tegelijkertijd zorgt voor een grote bekendheid en diversiteit. De wijnboeren weten met hun kennis en vakmanschap de enorme verscheidenheid aan bodemsoorten en klimatologische omstandigheden in deze streek optimaal te benutten. Het feit dat de boeren in de loop der eeuwen hun wijn de naam Côtes du Rhône hebben gegeven, is van groot belang geweest voor de naamsbekendheid én voor de toekenning van de Appellation d'Origine Contrôlée Côtes du Rhône op 19 november 1937.
De oorsprong van de Côtes du Rhône ligt in het departement Gard. In de 17e eeuw is de Côte du Rhône de naam van een administratief district van de Viguerie d'Uzès in de Gard met befaamde wijnen. In 1650 wordt een reglement aangenomen om hun authentiek herkomst te beschermen en hun kwaliteit te garanderen. Een edict van de koning van Frankrijk uit 1737 verordent dat alle vaten bestemd voor de verkoop en het vervoer van de wijn gebrandmerkt moeten worden met de letters 'C.D.R.'. Het is pas in het midden van de 19e eeuw dat de Côte du Rhône 'Côte du Rhône' wordt door een uitbreiding naar de wijngaarden gelegen op de andere oever van de Rhône. Deze naamsbekendheid, die verworven werd in de loop der eeuwen, wordt geofficialiseerd door de rechtbanken van Tournon en Uzès in 1936.
De wijnbouw
Bij de vinificatie valt een aantal ontwikkelingen te bespeuren. Men probeert het alcoholgehalte wat te verlagen om zo minder zware wijnen te verkrijgen. Ontstelen vindt vaker plaats om het tanninegehalte te reduceren. Men streeft in het algemeen naar wat lichtere wijnen die fruitiger zijn. Het toepassen van macération carbonique vindt steeds vaker plaats, daardoor worden de wijnen vroeger drinkbaar, aangenamer en fruitiger.
De rode wijnen worden meestal traditioneel gemaakt. In bepaalde gevallen windt eerst inweking plaats. Daarna gaat men over tot het ontstelen, kneuzen en persen. Vervolgens wordt gedurende 4 tot 15 dagen vergist bij een temperatuur van 25 tot 30°C. Lek en perswijn worden daarna vermengd, gevolgd door de assemblage. Nadien volgt de malolactische gisting en tenslotte de opslag gedurende 6 tot 36 maanden. Op z'n vroegst wordt zes maanden na de oogst gebotteld. Bij wijnen die op hout worden opgeslagen gebeurd dit veel later.
Roséwijnen worden voornamelijk in de zuidelijke AOC's Tavel en Lirac geproduceerd. Er wordt bij de opslag na de gisting niet overmatig gebruik gemaakt van nieuwe eiken vaten om zo meer harmonieuze wijnen te verkrijgen. Bij rosé wijnen wordt vaak eerst gemacereerd, daarna wordt de saignée methode toegepast, gevolgd door verdere gisting. Malolactische gisting vindt zelden plaats.
De witte wijnen zijn meestal ver in de minderheid. Ze staan bekend als droog, fris en geurig. Ze ontstaan nadat de druiven eerst gekneusd zijn, vervolgens wordt geperst en vindt de gisting plaats bij 18 tot 20°C, hierbij vindt haast nooit malolactische gisting plaats. Circa één jaar na de oogst worden de wijnen gefiltreerd en snel gebotteld.
Het ras grenache noir staat erom bekend dat het alcoholrijke wijnen levert met een ronde smaak. De rassen syrah en mourvèdre zorgen voor kruidige aroma's, kleur, structuur en een langere houdbaarheid. Voor rosé en primeurwijnen wordt vooral het ras cinsault gebruikt.
Bij de rode wijnen leveren lichte bodem minder zware wijnen die fruitig en helder zijn. Op zwaardere bodems zijn ze voller en rijker aan tannine. De wijnen uit de Côtes du Rhône staan er in het algemeen om bekend dat ze zacht, rijk aan aroma en boeket, vol en meestal stevig zijn. Ze kunnen vaak al jong gedronken worden, ofschoon bewaren gewenst is.
De appellations
De Rhône wijnen kan men opdelen in vier categorieën: de AOC Côtes du Rhône, de AOC Côtes du Rhône Villages, de Cru's en de jeunes appellations. De laatste leveren meestal de eenvoudigste wijnen, gevolgd door de Côtes du Rhône en Côtes du Rhône Villages. De allerbeste wijnen zijn afkomstig van de Cru's. Een aparte categorie vormen de jonge primeurwijnen die vanaf de derde donderdag in november verkocht mogen worden.
De Côtes du Rhône Villages kennen volgende AOC gebieden:
-
Signargues
De Cru wijnen van de Côtes du Rhône zijn:
Verder worden ook de appellations du Diois, Costières de Nîmes, Coteaux de Pierrevert , Coteaux du Tricastin, Côtes du Lubéron, Côtes du Ventoux , en Côtes du Vivarais als Rhône wijnen aanzien. Zij vormen de zogenaamde Jeunes appellations.
De Vins Doux Naturels zijn: Muscat Beaumes-de-Venise en Rasteau.
Terroir & Klimaat
Tussen Vienne en Valence is de rechteroever van de rivier bedekt met wijngaarden en op de linkeroever groeien de wijnstokken op de steile hellingen rond Tain l’Hermitage. Al deze wijngronden kenmerken zich door een graniethoudende bodem en een gematigd klimaat.
Verder stroomafwaarts, tussen Livron en Montélimar, maken de wijngaarden plaats voor andere gewassen. Voorbij de bergpas van Donzère keert op beide oevers echter de wijnbouw weer terug.
In de nog zuidelijker gelegen departementen Ardèche en Gard is de wijnbouw op de rechteroever zeer omvangrijk, terwijl nu ook op de linkeroever, in het zuidelijke deel van de Drôme en van de Vaucluse, uitgestrekte wijngaarden te vinden zijn. Hier groeien de wijnstokken op een met slibafzetting bedekte kalkbodem. Droog en warm zijn de kenmerken van het hier heersende zeeklimaat.
Druivensoorten
In de Côtes du Rhône wijnen kunnen éénentwintig druivenrassen worden aangetroffen. Maar niet allemaal tegelijk! Door verschillen in de geografische omstandigheden en door de wettelijke bepalingen voor de appellation moeten de wijnbouwers een selectie maken. De meest gebruikte voor de rode wijn zijn: de syrah (noordelijke druif) en de grenache (belangrijkste zuidelijke druif), waaraan mourvèdre, cinsault en carignan kunnen worden toegevoegd.
De noordelijke druivenrassen voor witte wijn zijn: de viognier, roussanne en marsanne. Deze kunnen samen worden gebruikt met de grenache blanc, de clairette en de bourboulenc, hoofdzakelijk zuidelijke druiven.